
21 september 2024
In 2023 heeft Stichting Kind en Ziekenhuis een MKS advies-visitatie uitgevoerd bij 20 zorgorganisaties. In dit stuk vertelt Slingeland Ziekenhuis hier meer over.
Eigenlijk liep alles op de afdeling al goed, dit bleek ook uit de feedback van patiënten. Toch wilde Slingeland kritisch naar zichzelf kijken omdat er nou eenmaal altijd ruimte is voor verbetering. Een belangrijke randvoorwaarde hierbij was dat de veranderingen gedragen werden door het team en moesten plaatsvinden in een veilige omgeving.
Veranderen in een veilige omgeving
Het begon allemaal met de vraag aan Kinderthuiszorg of zij verbeterpunten zagen voor de samenwerking. Daarop volgde een best kritische mail. Dit was even slikken, in het ziekenhuissysteem kwamen namelijk geen klachten naar voren. Veronie Gebbinck (teammanager vrouw & kind) begreep wel waar de kritiek vandaan kwam en besloot om samen met haar team in een veilige omgeving aan de slag te gaan om samen te leren. De sleutel? Gezamenlijke gedragenheid. Want als je de veranderingen als groep gedragen hebt, dan maak je ook dat het geborgd wordt.
Wat heeft het kind nodig om thuis weer mee te kunnen draaien?
Het uitgangspunt is eigenlijk heel eenvoudig. En dat is de vraag wat een kind nodig heeft zodat het thuis weer mee kan draaien. Als ziekenhuis zou je dus altijd de vraag moeten stellen aan kind en gezin wat hiervoor nodig is. Veronie “We willen de kinderleefdomeinen steeds meer en nadrukkelijker toepassen. En eigenlijk is dit helemaal niet zo’n groot iets. Maar als je het zo benoemd in het land en je weet niet wat het betekent, dan klinkt het als iets heel ingewikkelds. Zeker voor jonge professionals.” “Het hoeft niet altijd ingewikkeld te zijn”, zet Veronie “als een kind bijvoorbeeld zegt dat ze graag weer zou willen voetballen als ze thuis is, dan kan het zomaar zo zijn dat er een potje wordt gevoetbald op de gang.”
Stage lopen bij elkaar
In het Slingeland zijn er hele korte lijnen met de kinderthuiszorg. Het uitgangspunt is dat kinderen thuis moeten zijn tenzij. Onlangs is een blauwdruk interprofessionele thuiszorg ontwikkelt in samenwerking met RUMC, UMCG en de kinderthuiszorg, waarin dit uitgangspunt wordt onderstreept. De jarenlange samenwerking(15 jaar) tussen Slingeland Ziekenhuis en kinderthuiszorg onderschrijft dit. Wanneer een kind naar huis gaat met zorg is er nagenoeg altijd een warme overdracht met de kinderthuiszorg, niet alleen bij complexe medische gevallen. Voor ons is dat normaal.
Heel praktisch lopen kinderverpleegkundigen van het ziekenhuis ook stage bij de kinderthuiszorg en vice versa. Voordeel is dat kinderverpleegkundigen elkaars wereld leren kennen, maar misschien nog veel belangrijker: elkaar leren kennen. Dat praat nou eenmaal makkelijker.
Visites aan bed niet eerst voorbespreken, maar meteen met kind en gezin
Om te veranderen gaan wij er in Slingeland vanuit dat je het beste kunt beginnen daar waar de energie zit. Neem twee verbeterpunten en ga daarmee aan de slag. In het Slingeland Ziekenhuis werden ze daarbij ondersteund met gelden van het Safety2 project. Dit is gericht op al werkend onderzoek doen in de praktijk. Ook is er ondersteuning geweest vanuit de afdeling kwaliteit, die ervaring hebben met dit soort trajecten.
Rianne Godschalk (kinderverpleegkundige) geeft als concreet voorbeeld de visite aan bed. “Voorheen bespraken we de visite aan bed voor tussen arts, kinderverpleegkundige en medisch pedagogisch zorgverlener (MPZ), zonder het kind en zonder de ouder. Eigenlijk kwamen we dan aan het bed en zeiden we: zullen we samen beslissen over wat wij al bedacht hebben? Er waren veel beren op de weg om de visites te veranderen: want, dat kon toch helemaal niet? Dat zou toch heel veel tijd kosten? Wat blijkt? Het levert zelfs tijd op en het is leuker! Het is ook wennen, met name in de praktische zaken zoals planning en logistiek. Al doende leert men, dus dat gaat steeds beter.”
Een mooi voorbeeld is een casus van een kind met ernstige astma exacerbaties. Moeder bleek al veel ervaring te hebben hiermee doordat een ouder broertje dit ook had. De signalen die moeder gaf werden vanaf het eerste moment serieus genomen waardoor uiteindelijk de behandeling ook anders is ingestoken.
“We merken soms ook dat het voor kinderen overweldigend kan zijn, al die mensen aan bed” vervolgt Rianne. “Ook daar leren we van. Zo gaf een medisch pedagogisch zorgverlener aan ons terug dat er niemand was die na de visite aan bed terug ging naar het kind om te vragen hoe het ermee was. We schaven dus ook steeds bij.”
Tips voor andere organisaties
Onze tip is om niet te ingewikkeld te denken en de samenwerking op te zoeken. Ook is het belangrijk om te beginnen waar de energie zit en om te kijken welke (financiële) mogelijkheden er zijn om de verandering voor elkaar te krijgen. Wees niet bang om het verkeerd te doen, maar begin met elkaar in een veilige omgeving.
Wil je aanvullende informatie of zelf aan de slag? Klik hier!